- 1
Wim Sonneveld - Het dorp
- 2
Wim Sonneveld - 't Is voor je bestwil
- 3
Wim Sonneveld - Aan de Amsterdamse grachten
- 4
Wim Sonneveld - Als ik denk aan al die jaren
- 5
Wim Sonneveld - Als je huilt ben je een stakker
- 6
Wim Sonneveld - Altijd hetzelfde
- 7
Wim Sonneveld - Annemarie
- 8
Wim Sonneveld - Burgemeester Beekmanlaan
- 9
Wim Sonneveld - Carolien
- 10
Wim Sonneveld - Carolientje
- 11
Wim Sonneveld - Catootje
- 12
Wim Sonneveld - Daar is de orgelman
- 13
Wim Sonneveld - Daar zou een meisje gaan halen wijn
- 14
Wim Sonneveld - Dames die niet willen deugen
- 15
Wim Sonneveld - De eerste klant
- 16
Wim Sonneveld - De Hoeksema's
- 17
Wim Sonneveld - De jongens
- 18
Wim Sonneveld - De kat van ome Willem
- 19
Wim Sonneveld - De koningin van Lombardije
- 20
Wim Sonneveld - De wonderen zijn de wereld nog niet uit
- 21
Wim Sonneveld - De zomer van 1910
- 22
Wim Sonneveld - Deze vrouw
- 23
Wim Sonneveld - Doe het doek maar dicht
- 24
Wim Sonneveld - Donderdag de tiende
- 25
Wim Sonneveld - Dora
- 26
Wim Sonneveld - Dreutels symfonish orkest
- 27
Wim Sonneveld - Een cent
- 28
Wim Sonneveld - Een zomerdag aan de gracht
- 29
Wim Sonneveld - Een zwoele nacht in Krimpen aan den IJssel
- 30
Wim Sonneveld - Frater venantius
- 31
Wim Sonneveld - Frater Venantius 2
- 32
Wim Sonneveld - Gerrit
- 33
Wim Sonneveld - Haal het doek maar op
- 34
Wim Sonneveld - Had je niet die mooie blauwe ogen
- 35
Wim Sonneveld - Het hondje van Dirkie
- 36
Wim Sonneveld - Het is erger dan bij de moffen
- 37
Wim Sonneveld - Het lied van zwarte Leentje
- 38
Wim Sonneveld - Huis-, tuin- en keukenliedje
- 39
Wim Sonneveld - Huwelijksreis
- 40
Wim Sonneveld - Ik ben m'n petje kwijt
- 41
Wim Sonneveld - Ik heb zo vaak aan Amsterdam gedacht
- 42
Wim Sonneveld - Ik zou met jou
- 43
Wim Sonneveld - Ik zou nooit iets anders willen zijn
- 44
Wim Sonneveld - In een rijtuigje
- 45
Wim Sonneveld - Je spreekt over Darwin
- 46
Wim Sonneveld - Jij hebt iets van een Renoir
- 47
Wim Sonneveld - Josefien
- 48
Wim Sonneveld - Kun je nog zingen (Volksliedminnaars)
- 49
Wim Sonneveld - Laarzen
- 50
Wim Sonneveld - Laten we lief zijn
- 51
Wim Sonneveld - Liedje met bloemen
- 52
Wim Sonneveld - Lieveling
- 53
Wim Sonneveld - Luchtkastelen
- 54
Wim Sonneveld - Margootje
- 55
Wim Sonneveld - Marjolijne
- 56
Wim Sonneveld - Mijn vader heeft het nooit begrepen
- 57
Wim Sonneveld - Moeder
- 58
Wim Sonneveld - Moeder, ik wil bij de revue
- 59
Wim Sonneveld - Moeke, daor staait 'n vrijer aan de deur
- 60
Wim Sonneveld - Naar buiten
- 61
Wim Sonneveld - Nikkelen Nelis (Zij kon het lonken niet laten)
- 62
Wim Sonneveld - O, wat ben ik blij dat ik geboren ben in Holland
- 63
Wim Sonneveld - Ome Thijs
- 64
Wim Sonneveld - Onze kat
- 65
Wim Sonneveld - Op de step
- 66
Wim Sonneveld - Poen
- 67
Wim Sonneveld - Rob
- 68
Wim Sonneveld - Scheveningse tram
- 69
Wim Sonneveld - Stalmeester
- 70
Wim Sonneveld - Tearoom tango
- 71
Wim Sonneveld - Therese
- 72
Wim Sonneveld - Verliefd op juffrouw van Dam
- 73
Wim Sonneveld - Wat kan 't anders zijn
- 74
Wim Sonneveld - Wat moet ik doen zonder jou
- 75
Wim Sonneveld - Water bij de wijn
- 76
Wim Sonneveld - Weekend in Scheveningen
- 77
Wim Sonneveld - Weet je nog wel, oudje?
- 78
Wim Sonneveld - Zand en zee
- 79
Wim Sonneveld - Zo heerlijk rustig
Het hondje van Dirkie
Wim Sonneveld
Met gebroken poot in 't straatgewoel gevonden
Met twee houtjes en een stukkie van een ouwe gonjezak
Had ie 't pootje eerst gespalkt en toen verbonden
Daarna had ie 't dier heel zacht opgepakt en thuisgebracht
En vervuld van stille angst en diepe zorgen
Zei ie: "Mormel, had ook uitgekeken voor je overstak"
En 't voorzichtig in een zolderhoek geborgen
Als 'ie boterhammen kreeg verborg 'ie iedere keer een stukkie
Voor zijn zieke kameraad onder z'n kieltje
En dan sloop ie op z'n tenen met een koppie zonder oor
Naar de zolder en zei: "Vreet nou maar, schlemieltje"
Hekkie keek 'm nou en dan met z'n koppie scheef 's an
De filantropie kon 't beestje niet verwerken
Toen 'ie op een keer wou blaffen siste Dirkie: "Houd je bek
Je ligt zo uit je pension als ze 't merken"
Op een keer kwam Hekkie onverwachts, z'n poot nog in 't verband
De kamer in, een hondje laat zich niet verbieden
Moeder zei: "Nou is de boot an, kijk me zo'n scharminkel an
't Lijkt waarachtig wel de Joodse invalide
Van wie hoort dat stuk gespuis? Straks heb ik Artis in me huis"
Dirkie stamelde, hij kon 't nauwelijks zeggen
"Toen ie onder een auto lee, dacht ik, ik neem 'm effe mee
Anders hadden ze 'm zo maar laten leggen"
"As 'ie binnen 't uur m'n huis niet uit is gaat 'ie in de plomp"
Verklaarde ma "da's wat voor mij, die nare krengen"
Toen zei pa gedecideerd: "Wanneer z'n poot genezen is,
Zal ik 'm persoonlijk naar 't asiel toe brengen"
Dirk zei liefdevol: "Nou teef, de eerste maand ben je weer safe"
Intuitief was ie van de patient gaan houden
Moeder schamperde: "Zeg ober, geef u Hekkie een stukkie kreeft
Man, je moet een villa voor 'm laten bouwen."
Kleine Mies 't jongste zusje noemde Hekkie smalend viezerik
Dan hulde Dirkie zich in hooghartig zwijgen
Soms werd 't 'm wat al te machtig en dan kreet ie: "Treiterkop
Wat is vies, kijk jij maar liever naar je eige"
Eens beet Hek in Miesje's pop, 't meisje gaf het beest een schop
Dirk vloog op en loeide: "Valse Salamander
Raak dat beessie nog 's aan, dan zal ik je effe kreupel slaan
Als 'ie slaag krijgt is 't van mij en van geen ander"
Hekkie leefde ongestoord temidden van conflicten voort
Schoon onbewust dat ze de oorzaak was van rampen
De één vervolgde haar met haat, de ander werd 'r kameraad
Het huisgezin had zich gescheiden in twee kampen
Het ppotje was weer gecureerd, Dirkie had de hond geleerd
Mooi te zitten en nou was ie reuze branie
Vader zei soms: "Klein serpent, zo'n beest is toch intelligent"
"Ja", zei Moeder, "Ga d'r mee naar Sarasani"
Na zes maanden stille oorlog had 't noodlot zich voltrokken
Hekkie had iets raars gedaan in Moeder's kamer
Bertus 't oudste broertje zag 't en riep: "Kijk 's wat een zwijn
Op de trijpen stoelen, Moe", hij greep een hamer
Wierp die Hekkie naar z'n kop, 't beestje vloog schuimbekkend op
Viel toen neer, op dat moment kwam Dirkie binnen
Bleef als vastgenageld staan, keek lijkwit zijn broertje aan
Niemand wist toen wat met Dirkie te beginnen
Zacht als was 't een kostbaar kleinood heeft toen Dirk 't verstarde beest
Naar z'n hoekie op de zolder meegenomen
's Avonds in het donker groef ie in het Vondelpark een kuil
In een eenzaam laantje onder iepebomen
Met een snuitje bleek als was lei 'ie Hekkie onder 't gras
En zei trillend, beide oogjes toegeknepen
"Hekkie, 't was niet mijn schuld, mensen hebben geen geduld
Arm dier, ze hebben jou thuis nooit begrepen"