Er is misschien op 't ogenblik in Delft of Wormerveer
Een jongeman die overhoop ligt met zijn ouwe heer
En zegt dat hij geen kruidenier wil worden
Die aandrang naar de planken voelt... zoals de termen zijn
Pa ziet geen brood in Shakespeare, maar wel kip in Albert Heijn
En bromt van: lichte muzen, lege borden
De zoon zegt echter theatraal
Ik wil me geven aan een hele volle zaal
refren':
Haal het doek maar op
Doe het licht maar aan
Dan zal ik mijn kunst voor u vertonen gaan
En al weet ik dat het allemaal illusie is
There's no business like showbusiness
En of je nou jongleert
Of manipuleert
Of apen dresseert
Of halters hanteert
Of grijnst als een clown
Of danst als een faun
En al is succes maar klatergoud en schijn
Je zou nooit, nooit, nooit
Je zou nooit iets anders willen zijn
En overal, van New York, Middenbeemster tot Milaan
Zie je diezelfde mensen 's avonds voor het voetlicht staan
Die zangers, dansers, clowns en acrobaten
Zij weigerden een vast bestaan in kaas en havermout
Voor 't leven in die sfeer van schone schijn en klatergoud
Zij doen het, want zij kunnen het niet laten
Ze hebben alleen een idee
In de revue, het cabaret, de variete
refren'
En als ik zelf zo'n avond heb gewerkt voor mijn publiek
En 't laatste woord gezegd is op de laatste noot muziek
En alle mensen naar hun bedje toe zijn
Dan gaat er een moe mannetje naar huis toe door de nacht
En hoopt dat hij vanavond weer wat blijheid heeft gebracht
En denkt: zou Albert Heijn nu ook zo moe zijn
Wat heeft zo'n kruidenier het goed
Maar morgen zing ik weer met frisse moed
refren'