Het is zo'n fleurig beestje: Oranjerood Het is alleen, hij fluit niet Ook is 'ie dood
Vrouwtje liep weg Pietje stierf Een weekje later Van verdriet... Of van gebrek aan water
Jodel, jodel, jodel, jodel Ik jodel van mijn vrouw Voor wie hij zong voor dag en dauw Na dag en dauw En als het even kon Zelfs tussen dag en dauw Tot de noorderzon Haar meenam En ik naar haar Fluiten kon
Wij pasten zo verdomd goed Bij elkaar Zo hoefde ik haar bijna Nooit te slaan
Ik zit voor het raam Ik fluister zacht haar naam: "Veldhuis"